ABSTRACT. In dit artikel is nagegaan in hoeverre sociaal-economische verschillen in (veranderingen in) gezondheid bij ouderen bestaan en zo ja, of deze sekse- en leeftijdsgebonden zijn. Drie dimensies van gezondheid (functionele beperkingen, ervaren gezondheid en sterfte) zijn gerelateerd aan drie dimensies van sociaal-economische status (opleidingsniveau, inkomen en beroepsniveau). Cross-sectionele en longitudinale gegevens zijn afkomstig van 3107 ouderen (55-85 jaar) die deelnamen aan waarnemingen van LASA in 1992/93 en 1995/96. Resultaten wijzen uit dat SES-verschillen in functionele beperkingen en ervaren gezondheid tot op hoge leeftijd bestaan, maar bij mannen het grootst zijn onder de 65 jaar en bij vrouwen tussen de 65 en 75 jaar. In alle leeftijdsgroepen geldt dat hoe lager de SES, hoe groter de kans op beperkingen en een als slecht ervaren gezondheid. Longitudinaal bezien houdt SES, na controle voor leeftijd en gezondheid in 1992/93, bij de manen maar niet bij de vrouwen, een effect op de toename in beperkingen, op afname in ervaren gezondheid en op sterfte. Bij de mannen is de differentiatie in sterfte het grootst onder de 65 jaar. Bij de vrouwen bestaan alleen in de oudste groep een differentiatie in de toename van functionele beperkingen. Geconcludeerd wordt dat SES-differentiatie in gezondheid en sterfte tot op hoge leeftijd bestaat, maar verschilt naar sekse en gehanteerde gezondheidsmaat.
