Veel studies laten zien dat ouderen met veel sociale steun, een betere gezondheid en meer regie over het leven gemiddeld een betere mentale gezondheid hebben, ook tijdens de coronapandemie. Maar de meeste studies houden geen rekening met verschillen tussen mensen in de mate waarin zij daadwerkelijk tegenslagen hebben meegemaakt door de pandemie. Zoals zelf in quarantaine moeten, iemand kennen die opgenomen moest worden in het ziekenhuis als gevolg van een corona-infectie, of het moeten afzeggen of uitstellen van medische zorg. Kunnen sociale steun, gezondheid en psychologische factoren zoals ervaren regie ook daadwerkelijk de effecten van zulke tegenslagen op de mentale gezondheid verminderen?
Dat onderzochten we met gegevens van 899 LASA-respondenten. Zij vulden in 2020 en 2021 vragenlijsten in over tegenslagen tijdens de pandemie, depressieve- en angstklachten en eenzaamheid. We vergeleken hun antwoorden met die van vóór de pandemie in 2018/19. Vervolgens testten we of de impact van pandemie-gerelateerde tegenslagen op depressieve- en angstklachten en eenzaamheid minder sterk was voor ouderen:
- met een groter sociaal netwerk
- met een partner
- die vaker het internet gebruikten
- met een goed dagelijks lichamelijk functioneren
- die bidden of mediteren
- met een sterker gevoel van regie over het leven
- met een grotere emotionele stabiliteit (lager ‘neuroticisme’)
- met een hoger opleidingsniveau en inkomen
- die gevaccineerd waren tegen Covid-19
We vonden dat het effect van pandemie-gerelateerde tegenslagen op angst en eenzaamheid kleiner was voor gevaccineerden dan voor niet-gevaccineerden. Daarnaast was het effect van tegenslagen op eenzaamheid ook kleiner voor ouderen met een partner dan voor degenen zonder partner. Maar verder vonden we geen verschil in het effect van tegenslagen op de mentale gezondheid en eenzaamheid voor de andere factoren. Dit betekent dat vaccinatie en het hebben van een partner extra beschermend waren voor ouderen die veel pandemie-gerelateerde tegenslagen meemaakten.
We vonden tevens dat internetgebruik gerelateerd was aan een kleinere stijging in depressieve klachten tijdens de pandemie; een groter sociaal netwerk met een kleinere stijging in angstklachten en eenzaamheid; en bidden of mediteren met een kleinere stijging in eenzaamheid. Maar deze factoren waren dus niet extra belangrijk voor ouderen met meer pandemie-gerelateerde tegenslagen.
De studie is gepubliceerd als:
Holwerda, T.J., Jaarsma, E., van Zutphen, E.M., Beekman, A.T.F., Pan, K-Y., van Vliet, M., Stringa, N., van den Besselaar, J.H., MacNeil-Vroomen, Hoogendijk, E.O. & Kok, A.A.L. (2023). The impact of COVID-19 related adversity on the course of mental health during the pandemic and the role of protective factors: A longitudinal study among older adults in the Netherlands. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology.