Sinds 2015 is er bij de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) veel aandacht voor gezond ouder worden. De WHO stelt dat we ons niet moeten richten ziekten en beperkingen, maar veel meer op de capaciteiten en het functioneren van ouderen. Hiervoor heeft de WHO een nieuw concept geïntroduceerd, namelijk: intrinsieke capaciteit. Intrinsieke capaciteit is gedefinieerd als alle fysieke en mentale vermogens van een persoon en is onderverdeeld in vijf belangrijke domeinen: vitaliteit, cognitie, zintuigen, psychologie en bewegen. Met behulp van gegevens uit de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) hebben de onderzoekers uitgezocht hoe je deze domeinen het beste kunt meten. Ook zijn scores ontwikkeld die gebruikt kunnen worden om veranderingen in intrinsieke capaciteit te volgen als mensen ouder worden.
De resultaten laten zien dat ouderen met hogere intrinsieke capaciteit scores minder functionele beperkingen hebben. Door veranderingen in intrinsieke capaciteit in de tijd te volgen, kunnen onderzoekers de dynamiek van het ouder worden beter begrijpen en de impact ervan op het functioneren onderzoeken. Deze studie maakt deel uit van de lopende IMPROve-studie (Intrinsic Capacity Maintenance for Promoting Healthy Ageing), wat als doel heeft om het concept van intrinsieke capaciteit van de WHO meetbaar te maken voor onderzoek.
Het volledige (Engelstalige) artikel over dit onderzoek vindt u hier.